Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik zag uit den mond des draaks, en uit den mond van het beest, en [18]uit den mond des valsen profeets, [19]drie onreine geesten [gaan], [20]den vorsen gelijk; 18. Van den draak en van de twee beesten is voor dezen gesproken, waarbij het beeld van het beest tevoren ook is gevoegd, in welke plaats van het tweede beest hier de valse profeet wordt gesteld. Waaruit blijkt, dat deze valse profeet ook het beeld van het beest is, dat is de antichrist, met zijn gehele rijk, voorzover hij de valse leer door zichzelf, en zijne dienaars voorstaat, en al zijn geestelijke prelaten, kerkeraden, hoven, verenigingen, kerkvergaderingen en personen daartoe gebruikt, om deze valse leer te verbreiden, gelijk in het hfdst.17 zal blijken. Door deze dan worden gezamenlijk deze onreine geesten gezonden, omdat zij al hun listigheid en aanzien tezamen brengen, en tezamen spannen om Gods Kerk en Zijn waarheid uit te roeien; en als uit een mond hierin spreken, en door een geest worden gedreven. 19. Hierdoor worden verstaan de velerlei gezanten, pauselijke afgezanten en andere geestelijke dienaars van den antichrist, die door de wereld worden uitgezonden, om prinsen, koningen en volken het antichristische rijk te onderwerpen, vol van bedriegelijkheid en schijnheiligheid, die de apostel, 2 Thess.2:112, noemt een kracht der dwaling, welke ook van wonderen roemen, die de apostel daar noemt mirakelen der leugens, gelijk de gehele wereld bekend is. 20. Namelijk die in het onreine water leven, en altijd enerlei geroep houden.